De Geminiden
Ontmoetingen met stof van (3200) Phaethon


De Geminiden: een mooie winterzwerm

De Geminiden vormen de jaarlijks meest actieve meteorenzwerm. De zwerm is actief tussen 25 november en 20 december. Het maximum valt meestal in de nacht 13 op 14 december. Het grote voordeel van deze zwerm is dat de radiant vrijwel de hele nacht (die dan ruim 12 uur duurt) boven de horizon staat. Met een maximale ZHR van ruim 100 betekent dat, dat je een groot deel van de nacht veel meteoren kan zien. Bij een hoge radiantstand, zo tussen 22 en 04 uur lokale tijd, kan een geoefend waarnemer op donkere locaties soms meer dan 100 meteoren per uur tellen. Maar ook de nacht voor en na het maximum kunnen nog rijk zijn aan veel meteoren. Het vluchtpunt van de zwerm ligt tijdens het maximum vlakbij de ster Castor in het sterrenbeeld Tweelingen (Gemini), vandaar de naam Geminiden. Het nadeel van de Geminiden is dat als het helder is, het ook erg koud kan worden.
Geminiden zijn bijzondere meteoren, ze zien er heel anders uit dan bijvoorbeeld Perseïden. De Perseïden zijn snel, laten vaak flares zien (onregelmatig helderheidsverloop)  en veel nalichtende sporen. De Geminiden daarentegen zijn wat trager en hebben een zeer regelmatig helderheidsverloop: enkel de helderste vuurbollen laten wel eens flares of een kortdurend nalichtend spoor zien.  
Uit fotografische simultaan opnamen van Geminiden blijkt, dat ze dieper doordringen in de aardatmosfeer dan bijvoorbeeld de Perseïden, Orioniden of Leoniden. De Geminiden lijken wat dat betreft meer op de trage vuurbollen, afkomstig van planetoïden. Dit gegeven geeft ook een indicatie over het moederlichaam van de Geminiden. Dit is waarschijnlijk een ‘actieve’ planetoïde.
De vraag is echter: hoe is deze zwerm zo rijk geworden aan deeltjes? Dat kan eigenlijk alleen maar bij kometen. Daarom opperden sommige astronomen dat de meteoroïden van de Geminiden gesinterd vanwege het dichte perihelium tot  de zon.  De Geminiden krijgen dus een vastere samenstelling dan de fluffy kometaire deeltjes die niet dicht in de buurt van de zon komen.
Een ander mooi effect bij de Geminiden zwerm is, dat direct na het maximum de gemiddelde helderheid van de meteoren flink stijgt. Dit vertaalt zich in meer heldere meteoren en vuurbollen. Vaak laat de nacht na het maximum relatief meer heldere Geminiden zien dan tijdens de maximum nacht.

Radiantposities van de Geminiden tussen 5 en 20 december.

Historie

In veel wetenschappelijke artikelen is beschreven, dat de zwerm pas in de 19e eeuw actief werd.
De zwerm werd onafhankelijk van elkaar ontdekt in 1861 door Robert Philips Greg in Manchester, Engeland en in 1862 door B.V. Marsh en Prof. Alex Twining in de Verenigde Staten. Onderzoek naar deze zwerm wees uit dat de zwerm al actief was in 1847.
Een onderzoek gedaan aan de waarnemingen gepubliceerd in een boek [1] van de Duitse astronoom Eduard Heiss door DMS-er Carl Johannink in 1982 [2] liet duidelijk een aantal ingetekende Geminiden zien.
Een onderzoek van de Japanner Ichiro Hasekawain oude historische Chinese en Japanse geschriften laten ook waarnemingen zien van Geminiden die teruggaan tot het jaar 381 [3]. Het gaat hier wel steeds om enkele meteoren waardoor het ook mogelijk is dat het sporadische meteoren waren die mogelijk oplijnden met de Geminiden radiant.

De ontdekking

Er is lang gezocht naar het moederlichaam van de Geminiden, vooral ook omdat het een zeer actieve meteorenzwerm is. Op 14 oktober 1983 meldde Simon Green en John K. Davies van de Universiteit van Leicester, dat met de Infrared Astronomical Satellite (IRAS) op 11 oktober een snel bewegend object met de voorlopige aanduiding  (1983 TB) was waargenomen.
C.M. Bardwel, Center for Astrophysics, publiceerde de eerste baanelementen waaruit bleek dat het om een Apollo-type object gaat, met op dat moment de kleinste periheliumafstand tot de zon dan welke planetoïde dan ook. De omlooptijd van 1983 TB bedraagt slechts 1,434 jaar!

3200 Phaethon werd tijdens de dichte nadering tot aarde in december 2017 vastgelegd met de National Science Foundation’s Arecibo Observatory op 17 december 2017.

Bevestiging van de link met de Geminiden

Astronoom Fred L. Whipple, van het Center for Astrophysics meldde dat de baanelementen van 1983 TB van Bardwel goed overeenkomen met de gemiddelde baanelementen van 19 simultaan gefotografeerde Geminiden door de Baker-Super Schmidt meteorencamera’s [4]. Sindsdien is 1983 TB algemeen aanvaard als moederobject van de Geminiden.
In 1985 krijgt 1983 TN zijn definitieve naam: 3200 Phaethon.
Door de zeer hoge excentriciteit van zijn baan komt 3200 Phaethon ook in de buurt van de planeten  Mercurius, Venus, Aarde en Mars. 3200 Phaethon is ook een a ‘potentially hazardous asteroid’, wat betekent dat de planetoïde zeer dichtbij de Aarde kan komen. Bij de dichtste onderlinge nadering bevinden de aarde en 3200 Phaethon zich slechts 2,9 miljoen kilometer uit elkaar.
De perihelium afstand tot de zon van 3200 Phaethon is slechts 20,9 miljoen kilometer. Dat is veel dichter bij de zon dan de planeet Mercurius met gemiddeld ruim 58 miljoen km. Hierdoor kan de oppervlaktetemperatuur van 3200 Phaethon oplopen tot ongeveer 750 graden Celsius (=1100 Kelvin)!
Sommige astronomen houden het erop dat Phaethon een ‘dode’ komeet is waarbij de oppervlakte wordt gesinterd door de zon. Maar meer algemeen aangenomen is, dat het een rotsachtige planetoïde is, oorspronkelijk afkomstig uit de planetoïdengordel.
Probleem in relatie met de Geminidenzwerm is dat 3200 Phaethon sinds de ontdekking tot aan 2009 geen enkele vorm van (kometaire) activiteit of een andere vorm van materie verlies heeft vertoond die voor aanvulling van de Geminiden meteorenzwerm moet zorgen.
Echter, in 2009 meldden de astronomen K. Battams en A. Watson [6] dat volgens de gegevens van de SECCHI HI-1A (STEREO) satelliet een paar uur nadat 3200 Phaethon op 20 juni 2009 het perihelium passeerde, de planetoïde zo’n 2 magnituden helderder was geworden. Battams en Watson veronderstelden dat de toename in helderheid zou zijn veroorzaakt door interactie met de zonnewind. 
Dit was de eerste keer zijn dat materieverlies bij 3200 Phaethon is waargenomen. Het waarnemen van 3200 Phaethon nabij perihelium is erg moeilijk: ze staat dan vanaf de aarde gezien zeer dicht bij de zon en we kijken dan eigenlijk tegen de felle zon in naar een zwak object dat er schijnbaar vlak bij staat.  

Na de melding van Battams en Watson, hebben David Jewitt en Jing Li van de NASA’s STEREO-A, beelden gebruikt van 3200 Phaethon uit de periode 17 juni t/m 22 juni 2009 [7]. Uit deze beelden hebben zij kunnen afleiden dat 3200 Phaethon zo’n factor 2 helderder is geworden vanaf 20,2 ± 0,2 juni 2009. Jewitt en Li veronderstellen dat deze niet verwachte helderheidstoename is veroorzaakt door het plotseling vrijkomen van stofdeeltjes van de oppervlakte van 3200 Phaethon.
Volgens de auteurs zouden per omloop ongeveer 10 van deze gebeurtenissen moeten plaatsvinden om de Geminidenzwerm volledig te kunnen blijven aanvullen.
Het is zeer onwaarschijnlijk dat het vrijkomen van stof veroorzaakt zou zijn door een impact. Mogelijk speelt bij dit proces ook zogenaamde Coronal Mass Ejections (CME’s) een rol. Ook in 2012 werd dankzij NASA’s STEREO ruimtevaartuig een snelle helderheidsvermeerdering alsmede een stofstaart gezien.

3200 Phaethon wordt rond perihelium erg heet Daarom is het vrijkomen van stof door verdamping van ijs zoals bij kometen zeer onwaarschijnlijk omdat zowel het oppervlak en het binnenste van 3200 Phaethon veel te heet worden om waterijs vast te houden. Jewitt en Li stellen dan ook voor dat 3200 Phaethon een zogenaamde ‘rots komeet’ is, waarbij stof ontstaat door het thermische barsten en verweren van waterhoudende mineralen (klei) bij de hoge temperaturen nabij perihelium. Deeltjes kleiner dan ongeveer 1 mm kunnen vanwege de stralingsdruk nabij perihelium niet door 3200 Phaethon worden vastgehouden. De zonnewind blaast als het ware de oppervlakte van Phaethon schoon.
Inmiddels zijn meer objecten gevonden die een mix vormen van kometaire en planetoïde achtige kenmerken, ze worden ook wel actieve planetoïden of rock comets genoemd.

Van de nu inmiddels 19 ontdekte planetoïden met kleinere periheliumafstanden dan 3200 Phaethon wordt er niet één helder genoeg om door STEREO te worden waargenomen. Daarom is het belangrijk het gedrag van 3200 Phaethon in de toekomst nabij het perihelium waar te waarnemen en daarmee de frequentie van de gebeurtenissen van het massa-verlies vast te leggen. Dit om vast te stellen of de Geminidenzwerm wel of niet op peil wordt gehouden.
Twee Apollo planetoïden (155140) 2005 UD en (225416) 1999 YC hebben vrijwel dezelfde banen als 3200 Phaethon. Deze objecten zijn mogelijk het product zijn van een break up van een groter moederlichaam lang geleden.

De Japanse ruimtevaart organisatie JAXA wil rond 2024 een satelliet genaamd DESTINY lanceren  (Demonstration and Experiment of Space Technology for INterplanetary voYage Phaethon fLyby dUSt science). Deze satelliet zal een fly-by doen bij 3200 Phaethon en de aantal kleinere fragmenten met dezelfde kenmerken. Mogelijk krijgen we dan een duidelijker antwoord op de vraag of de Geminidenzwerm nog steeds voldoende met nieuwe deeltjes wordt aangevuld.

De zeer excentrische baan van 3200 Phaethon geprojecteerd op het vlak van de ecliptica. Elke dag is een cirkel, de kleur van de cirkel geeft de oppervlaktetemperatuur van de asteroïde bij het betreffende sub-zonnepunt. Figuur is afkomstig uit [5].

DMS en de Geminiden

In Nederland vormen de Geminiden geen makkelijk doelwit voor de actieve waarnemer. De kans op een (deels) heldere nacht 13/14 of 14/15 december is minder dan 10%. Maar ook op verder af gelegen locaties in Europa is de kans op heldere nachten niet zo groot: in Spanje of Portugal is dat nog steeds ongeveer 50%.
Hieronder een overzicht van alle succesvolle Geminiden jaren. Volgens sommige theorieën evolueert de Geminiden zwerm erg snel [14]. De eerste Geminiden werden zoals hierboven geschreven begin 1800 opgemerkt, volgens verschillende theorieën zal de zwerm maximaal actief zijn rond 2050-2100 met een ZHR van 200 en veel heldere meteoren. De praktijk lijkt anders….

1980
Het eerste jaar dat er iets van de Geminiden kon worden waargenomen sinds de oprichting van DMS. Verschillende waarnemers konden onder matige omstandigheden een glimp van de Geminiden opvangen.

1983
Een deels heldere nacht 13/14 en een kraakheldere nacht 14/15 december leverde visueel flink wat meteoren op. Ook werd een aantal Geminiden simultaan gefotografeerd. De nauwkeurigste banen zijn opgenomen in het Small Camera Network database. Visueel werden bijna 2600 meteoren gezien. Een eerste visuele analyse over de Geminiden van Rudolf Veltman volgt in Radiant [8].

1984
Korte opklaringen in de avond lieten ondanks een bijna volle maan een zeer actieve zwerm zien waaronder een drietal zeer heldere vuurbollen. Deze vuurbollen van resp. -4, -8 en -7 werden vanuit Harderwijk met een all sky camera EN98 vastgelegd. Visueel werden ongeveer 700 Geminiden geteld.

13 december 1984: heldere magnitude -8 vuurbol gefotografeerd net een all sky camera EN98 vanaf de watertoren nabij Harderwijk. Canon T70 met Canon FD 7.5 mm F 5.6 op Kodak Tri-X.

13 december 1984: heldere magnitude -7 vuurbol gefotografeerd net een all sky camera EN98 vanaf de watertoren nabij Harderwijk. Canon T70 met Canon FD 7.5  mm F 5.6 op Kodak Tri-X.

1985
DMS waarnemer Klaas Jobse (in gezelschap van Paul Roggemans, VVS werkgroep Meteoren) neemt de Geminiden waar vanuit Puimichel in de Provence. Hij ziet ruim 1800 meteoren [9]. Het toont nogmaals de enorme potentie van deze locatie voor meteorenwaarnemers.

1990
Om het totale aantal fotografische Geminiden banen uit te breiden voor onderzoek naar de ouderdom en het moederlichaam van de Geminiden wordt een grote fotografische en visuele waarneemactie in de Provence opgezet. Een drietal posten in Lardiers, Le Thouron en Quinson wordt opgezet tijdens de nacht 13/14 december. Deze nacht wordt ook uitgebreid beschreven door Peter Jenniskens in zijn boek Meteor Showers and Their Parent Comets (2006) onder de noemer 22.7: the Geminid Experience [14].
In totaal werden ruim 140 Geminiden simultaan vastgelegd [3] en ruim 8000 meteoren worden visueel waargenomen [10]

1991
Het wonder gebeurt: de Geminiden van 1990 gaan in herhaling in Nederland, de nachten 13/14 en vooral 14/15 december verliepen grotendeels helder. Ruim 60 Geminiden worden simultaan vastgelegd [14] en visueel worden ruim 8000 meteoren gezien [11].

Hoe succesvol waren de DMS fotografische Geminiden acties in 1990 en 1991? Dit figuur geeft de aantallen simultaan gefotografeerde Geminiden in de IAU database anno 1992. Professionele Amerikaanse en Russische netwerken legden jaarlijks tot begin jaren 70 tussen de 1 en 20 Geminiden per jaar vast. De NMS (Nippon Meteor Society) legde eind jaren 70, begin jaren 80 tussen de 10 en 30 Geminiden per jaar vast. De campagnes van DMS in 1990 en 1991 leverde respectievelijk 142 en 60 Geminiden banen op [13, 15]

Start van de Geminiden expeditie naar zuid Frankrijk met Peter Jenniskens en Marc de Lignie. De auto volgeladen met grote camera batterijen. Foto: Casper ter Kuile.

Geminiden 1990: alle apparatuur gereed in het Provencaalse veld!
Foto: Casper ter Kuile, Lardiers.

Een heldere Geminide gefotografeerd vanuit Lardiers.
Foto: Casper ter Kuile.

Een heldere Geminide gefotografeerd vanuit Lardiers.
Foto: Casper ter Kuile.

1994
Opklaringen na een koufrontpassage in de loop van de nacht laten een afnemende Geminidenactiviteit zien. De maan stoorde wel een groot deel van de nacht. Een klein aantal Geminiden werd simultaan vastgelegd. Ruim 800 Geminiden worden visueel gezien.

1996
Een vrijwel geheel heldere nacht leverde een spectaculair Geminiden maximum op, uurtellingen gingen ruim over de 100 en halverwege de nacht net na het maximum met een ZHR van 140 viel ook op dat de gemiddelde helderheid van de Geminiden  enorm steeg. In het tweede deel van de nacht werden enkele fraaie Geminiden vuurbollen gezien. De grote posten in Sinderen, Biddinghuizen, Boschenhoofd legde ruim 50 simultanen vast, terwijl visuele waarnemers bij elkaar ruim 5000 meteoren zien [12a, 12b].

2001
Na de geslaagde Leonidenacties in de USA en China volgt dan ook nog een helder Geminiden maximum boven Nederland. In totaal worden visueel een kleine 5000 meteoren gezien [12a, 12b].

Deze Geminide vuurbol werd op 7 december 1994 vastgelegd met all sky camera EN98 te Harderwijk. Canon T70 met een Canon FD 15 mm F 2.8 lens.
Foto: Koen Miskotte.

Casper ter Kuile en Marco Langbroek prepareren de camera batterijen voor een nachtje Geminiden ‘harken’…..
Foto: Koen Miskotte.

De helderste gefotografeerde Geminide van de nacht 13/14 december 1996: een Geminide met magnitude -5.
Foto: Casper ter Kuile.

Deze Geminide vuurbol werd vanuit Harderwijk vastgelegd op 14 december 1994 met een all sky camera EN98. Canon T70 met een Canon EF 15 mm F 2.8 lens.
Foto: Koen Miskotte

2004
Boven Nederland dreigt het door een stratus dek onder een inversie laag bewolkt te blijven. Een groep van 7 visuele waarnemers trekt naar de berg Kahler Asten nabij Winterberg waar ze net boven de inversie laag en bewolking uitkomen en een zeer rijke terugkeer van de Geminiden zien. In totaal werden ruim 5000 meteoren gezien. Ook nu werden in de avond uurtellingen boven de 100 gezien, de ZHR steeg tot 140 [12a, 12b].

 

 

NOAA satellite foto van 13 december 2004 at 12:46 UT: Nederland en België vrijwel geheel bewolkt. Boven het oosten van België en boven het Sauerland komen de bergtoppen net boven de stratus wolken uit.

13 december 2004: Geminide magnitude -6 in het sterrenbeeld Orion gefotografeerd vanaf de Kahler Asten, Winterberg, Duitsland. Camera: Canon T70 met een Canon FD 15 mm F 2.8 lens. Kodak elite 200 diafilm.
Foto: Koen Miskotte.

Geminiden 2004 team: v.l.n.r. Rita Verhoef, Michel Vandeputte, Sietse Dijkstra, Judith Dijkstra en Arnold Tukkers. Niet op de foto Koen Miskotte. Foto: Carl Johannink.

2007
Een Geminiden crash actie naar Portugal. Omdat het weer er slecht uitziet rond het Geminidenmaximum, wordt door een vijftal DMS-ers een vlucht naar Lissabon geboekt. Vanuit een stek 25 km  zuid van de historische stad Evora kan er drie nachten (12/13, 13/14 en 14/15 december) Geminiden waargenomen worden. ZHR’s stijgen tot boven de 100.
De nacht 14/15 december bracht een verrassing: nog nooit werden in korte tijd (enkele uren) zoveel Geminiden vuurbollen waargenomen op 14/15 december, namelijk 22 stuks met helderheden tussen de -3 en -8. In totaal werden ruim 7200 meteoren gezien [12a, 12b].

De ‘Evora’ groep: v.l.n.r. Michel Vandeputte, Inneke Vanderkerken, Simon Vanderkerken, Carl Johannink en Koen Miskotte.
Foto: Michel Vandeputte.

13 december 2007 tussen 03:18 en 04:12UT : fotocompositie met 7 Geminiden. Canon EOS 40D met Canon EF 15 mm F 2.8 lens.
Foto: Koen Miskotte.

14 december 2007 tussen 01:07 en 01:50 UT: fotocompositie met 7 Geminiden. De twee helderste Geminiden  waren magnitude -5. Foto:
Koen Miskotte.

13 december 2007 tussen 23:00 en 23:42 UT: fotocompositie met 7 Geminiden. De twee helderste Geminiden waren magnitude -3. Canon EOS 40D met Canon EF 15 mm F 2.8.
Foto: Koen Miskotte.

2009
Een herhaling van het 2007 scenario. Terwijl een groepje DMS-ers in Soedan zoekt naar restanten van planetoide 2008 TC3 vertrok een andere groep van 6 visuele waarnemers op 12 december met het vliegtuig last minute naar Portugal.  Verblijfplaats is deze keer de natuurcamping Pomarinho.
De nacht 12/13 december blijft grotendeels bewolkt maar de daarop volgende twee nachten verliepen helder. In totaal werden ruim 5800 meteoren gezien. Maximale ZHR 120 [12a, 12b]. Opvallend was het kleine zwermpje de Sigma Hydriden drie vuurbollen van respectievelijk -4, -5 en -8 produceerde!

Groepsfoto Geminiden 2009: v.l.n.r. Roy Keeris, Koen Miskotte, Peter van Leuteren, Michel Vandeputte, Inneke Vanderkerken en Sietse Dijkstra.
Foto: Sietse Dijkstra.

Geminiden compositie van 14 december 2009 rond 3:00 UT. De helderste is een -5 Geminide,
Canon EOS 40D met een Canon EF 15 mm F 2.8 lens.
Foto: Koen Miskotte.

Twee van de drie sigma Hydride vuurbollen werden vastgelegd met een Canon 10D met een Canon EF 15 mm F 2.8 lens. De helderste was magnitude -8. 
Foto: Koen Miskotte.

2010
Een helder Geminiden maximum vanuit Nederland. De nacht 12/13 december was grotendeels helder en lieten al fraaie aantallen Geminiden zien. De nacht erop was het deels helder (en het weer verschilde ook nog eens van locatie tot locatie).
In dit jaar volgt ook publicatie van het artikel Geminiden: 30 jaar waarnemingen (1980-2009) in Radiant en WGN [12a, 12b]. Uit deze analyse van DMS data uit die periode blijkt dat tussen 1983 en 1996 de maximale ZHR steeg van 80-100 naar 120-140. Daarna blijft deze maximale waarde gelijk tot en met 2004, daarna blijft ze stabiel maar waarschijnlijker is dat de activiteit weer aan het dalen is naar ZHR 100-120. Een tweede grootschaliger onderzoek aan wereldwijde visuele Geminiden data van de periode 1983-2023 zal dit waarschijnlijk bevestigen. Enkele actieve waarnemers die al decennia de Geminiden waarnemen krijgen die indruk ook op basis van de ruwe tellingen in het waarneemveld.

2014
Na een mislukt 2012 avontuur in de herkansing dit jaar. Vanaf 23 uur ’s avonds is er ook nog veel storend maanlicht. Een drietal DMS waarnemers konden vanuit het relatief donkere Dijkgatsbos aan het IJsselmeer de Geminiden ruim zes uur lang waarnemen. Het was ook de enige plek met helder weer in Nederland; de rest van het land kampte met dichtslibbende stratus velden. In totaal werden ondanks het maanlicht ruim 1500 Geminiden gezien.

2015
Een drietal DMS-ers trekt naar het zwarte Woud waar heldere nachten 13/14 en 14/15 december verwacht werden. Een andere groep met WGM en DMS waarnemers trok naar de Pic du Midi sterrenwacht. Enkel de nacht 13/14 december was helder in het Zwarte Woud en er kon ruim 6 uur waargenomen worden. Ruim 1000 meteoren werden gezien, de analyse liet zien dat de zwerm op sommige momenten 20% minder actief was als in 2007.
Helaas had de groep op de Pic du Midi sterrenwacht te maken met hardnekkige bewolking.

2018
Vanwege slecht weer in de BeNeLux trok wederom een groep waarnemers naar de PicduMidi sterrenwacht in zuid Frankrijk. Dat team kreeg ook dit keer te maken met bewolking en vertrok vervolgens naar noord Frankrijk waar enkele uren onder donkere omstandigheden de Geminiden waargenomen werden.  Een tweede team van drie waarnemers vloog naar Tenerife en konden deels in de nachten 12/13 (2 uur) en 13/14 (bijna  7 uren) waar nemen. Gedurende de nacht 13/14 december konden zij dankzij Jürgen Rendtel op het terrein van de sterrenwacht waarnemen.  In totaal werden ruim 2000 meteoren gezien.

2022
Vanuit Nederland kon er waargenomen in de deels heldere nachten 12/13, 13/14 en 14/15 december. Helaas stoorde een bijna volle maan. Het inmiddels uitgebreide BeNeLux all sky netwerk fotografeerde 14 Geminiden vuurbollen simultaan. Dankzij de medium trage snelheid van de Geminiden konden evengoed zeer nauwkeurige baan elementen berekend worden.

Geminiden en een sporadische meteoor gefotografeerd vanaf de Teide sterrenwacht op Tenerife.
Foto: Peter van Leuteren.

Geminiden 2018 Tenerife: v.l.n.r. Peter van Leuteren, Carl Johannink, Koen Miskotte en Jürgen Rendtel.
Foto: Peter van Leuteren.

Verder lezen

[1] E. Heiss, Resultate der in den 43 jahre (183301875) angestellte Sternschnuppn- Beobachtungen, Münster.
[2] C. Johannink, Hoe oud zijn de Geminiden? , Meteorenpost Jrg. 1-3, blz. 79-82
[3] I. Hasegawa, Historical Meteor Showers – Geminids and December Monocerotids, Meteoroids 1998, editors: W. J. Baggaley and V. Porubcan. Proceedings of the International Conference held at Tatranska Lomnica, Slovakia, August 17-21, 1998. Astronomical Institute of the Slovak Academy of Sciences, 1999., p.177-184
[4] Central Bureau for Astronomical Telegrams, Circular No. 3881, Editor: B. Marsden.
[5] M. Delbo, J. Wilkerson, G. Libourel, V. Ali-Lagoa, J. Hanus, and P. Michel: Thermal Cracking of the asteroid (3200) Phaethon and the Origin of the Geminid Meteors, EPSC Abstracts Vol. 10, EPSC2015-137, 2015 European Planetary Science Congress 2015 c Author(s) 2015.
[6] IAUC 9054, 3, 2009.
[7] D. Jewitt, J. Li, Activity in Geminid parent (3200) Phaethon, The Astronomical Journal, 140:1519–1527, 2010 November
[8] R. Veltman, Geminidenaktie 1983. Visuele oogst 1837 meteoren, Radiant 1984-6, p. 31-37
[9] R. Veltman, De Geminiden van 1985, Radiant 1986-8, 35-36
[10] P. Jenniskens, Winter 1990 : Geminiden, Monocerotiden en sigma Hydrusiden, Radiant 1991-6, 126-133.
[11] P. Jenniskens, Winter 1991 : Geminiden, Monocerotiden en Leoniden, Radiant 1992-2, p. 28-33
[12a] Miskotte K., Johannink C., Vandeputte M., Bus E.P.: Geminiden: 30 jaar waarnemingen (1980-2009), eRadiant 2010-6, p. 152-186
[12b] Miskotte K., Johannink C., Vandeputte M., Bus E.P.: Geminids: 30 years of observations (1980–2009), WGN 39:6, p. 167-186.
[13] Betlem, H.; ter Kuile, C.; de Lignie, M.C.: Three station photographic observations of the 1990 Geminid meteor shower. IAU Symposium “Meteoroid and their parent bodies”. Smolenice, Czechoslovakia. July 1992.
[14] P. Jenniskens, (2006). Meteor Showers and their Parent Comets. Cambridge: Cambridge University Press.
[15] H. Betlem, C. ter Kuile, M. de Lignie, J. van ’t Leven, M. van Vliet, Geminiden 1990 : Fotografische resultaten (1) : Baanelementen, Radiant 16-2, p. 33-38.


Privacy Settings
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google