De Perseïden


Ontmoetingen met stof van komeet 109P/Swift-Tuttle

De meteorenzwerm de Perseïden is afkomstig van de komeet 109P/Swift-Tuttle. Deze komeet werd in 1862 onafhankelijk van elkaar ontdekt door de astronomen Lewis Swift en Horace Parnell Tuttle. Astronomen uit die tijd berekenden dat de komeet een elliptische baan had met een omloopstijd van 120 jaar en verwachtten de komeet dus terug ergens tussen 1969 en 1972. De Italiaanse astronoom Giovanni Giovanni Schiaparelli ontdekte de link van de komeet met de bekende Perseïden meteorenzwerm in 1867.  Verder is geprobeerd om de komeetverschijning uit 1862 te linken aan eerdere verschijningen. Er werden wel kandidaten gevonden maar het jaartal klopte dan vaak niet met de toen berekende omlooptijd.
De baan van komeet 109P/Swift-Tuttle wordt sterk beïnvloed door de grote planeet Jupiter. Vrij recent werd ontdekt dat de retrograad bewegende komeet in een 1:11 resonantie draait. Eén omloop van 109P/Swift-Tuttle valt samen met 11 omlopen van Jupiter. Als gevolg daarvan is de omlooptijd van 109P/Swift-Tuttle niet constant en varieert ruwweg tussen de 128 en 133 jaar.
Kometen bestaan uit een mengsel van bevroren gassen, water, gesteente en stof. Als de komeet in de buurt van de zon komt dan ontdooien eerst de gassen, dan het water en daarmee komt uiteindelijk ook het stof vrij. Op aarde zien we dan een komeet met de bekende gas- en/of stofstaart.
Komeet 109P/Swift-Tuttle is overigens een behoorlijk grote komeet met een diameter van ongeveer 26 km.
In de loop van eeuwen verspreidt dat stof zich langs de komeetbaan. Elk jaar tussen grofweg 15 juli en 25 augustus trekt de aarde door deze zwerm stofdeeltjes (meteoroïden). Deze stofdeeltjes botsen dan op de atmosfeer van de aarde en laten zo ‘vallende sterren’ oftewel meteoren zien: de Perseïden meteorenzwerm. Rond 15 juli zijn de eerste Perseïden te zien, niet meer dan enkelen per nacht. Langzaam nemen de aantallen toe totdat de zwerm zijn maximum rond 12 augustus bereikt. Afhankelijk van perceptie van de waarnemer en onder goed donkere omstandigheden kun je dan tussen de 50 en 75 meteoren per uur tellen.
Elke keer als de komeet in perihelium is ontstaat er weer een nieuw ‘vers’ stofspoor binnen de Perseïdenzwerm. Als de aarde door zo’n vers stofspoor trekt kan dit veel extra meteorenactiviteit opleveren. Astronomen zijn inmiddels zo ver met het modelleren van dit soort stofsporen dat voorspellingen gemaakt kunnen worden wanneer de aarde weer in de buurt van zo’n vers stofspoor komt. Als de komeet net gepasseerd is in de binnenste delen dan is er veel stof en liggen de verse stofsporen ook dichter bij elkaar en is er dus grote kans op verhoogde activiteit. Maar ook als de komeet ver weg staat zijn er kansen op verhoogde activiteit. De grote planeten Jupiter en in mindere mate Saturnus kunnen verstoringen veroorzaken waardoor de aarde door of dicht langs een relatief ‘vers’ stofspoor trekt. Leden van de Dutch Meteor Society hebben vaak expedities uitgerust om dit soort spectaculaire verschijningen waar te nemen.  

De baan van komeet 109P/Swift-Tuttle in ons zonnestelsel zoals bezien vanuit het planetenvlak.

Opname van het ruimtevaartuig Rosetta die de komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko in 2015 onderzocht. Duidelijk is te zien dat er stof vrijkomt uit het oppervlak. © ESA.

Het ontstaan van een nieuw stofspoor in een bestaande meteorenzwerm. De trail is het nieuwe verse stofspoor in de jaarlijkse zwerm, het filament zijn de restanten van oudere stofsporen.

3D weergave van de Perseïdenzwerm bezien vanuit de ruimte. Klok op de figuur om de animatie in beweging te zien.  

Twee opnamen van komeet 109P/Swift-Tuttle van 4 en 6 april 1862.

Tijdens de dichtste nadering van een komeet tot de zon ontstaat een nieuw stofspoor (aangeduid als Dusttrail op de foto) dat zich zowel voor als achter de komeet bevindt. ©NASA

Opname door de Nederlands/Engelse satelliet IRAS van een stofspoor achtergelaten door komeet 10P/Tempel 2. De komeet bevind zich ver buiten de opname. ©ESA.

DMS activiteiten door de jaren heen

1980
DMS doet mee aan een fotografische en visuele expeditie naar Zwitserland in samenwerking met Belgische meteorenwaarnemers van de VVS.

1981-1982
Redelijk geslaagde Perseïden acties vanuit Nederland leveren vooral fotografisch succes op.

1983
Met 9 heldere nachten op rij een zeer succesvolle Perseïden actie in Nederland. Visueel werden  vele duizenden meteoren gezien, fotografisch werden tientallen Perseïden simultaan vastgelegd. Zie hiervoor ook de database van het DMS Small Camera Network.

1984
Een mooie serie visuele waarnemingen werd gedaan vanuit Puimichel, zuid Frankrijk. Daar lag de vakantie sterrenwacht van Dany Cardoen en Arlette Steenmans. Deze waarnemingen leverde mooie informatie over de activiteit van de Perseïden zwerm tussen 22 juli en 5 augustus. Tevens werden de eerste Nederlandse analyses van de zuidelijke zwermen de Capricorniden en zuidelijke delta Aquariiden gedaan.

1985
Dankzij de zeer donkere en heldere omstandigheden in Puimichel leverde een tweede succesvolle visuele waarnemingsactie door vier DMS waarnemers ruim 8000 meteoren op. In Nederland was het weer niet zo best maar een heldere 11/12/13 augustus leverde veel fotografische simultaan opnamen op.

1986-1989
In 1986 leverde een derde visuele waarneemactie in Puimichel door twee DMS waarnemers bijna 6000 meteoren op. Dankzij de zeer heldere omstandigheden (grensmagnitude 7) en schone lucht dankzij een bulderende mistral lagen de uurtellingen boven de 100 op 12 en 13 augustus.
In 1988 en 1989 waren er weer mooie successen in Nederland die vooral fotografisch succesvol waren.

1991
Voorspellingen door astronoom Brian Marsden gaven aan dat het moederlichaam van de Perseïden (komeet 109P/Swift-Tuttle) in november 1992 zou kunnen terugkeren. Op 12 augustus 1991 rond 16 uur UT bereikt de ZHR van de Perseiden zwerm kortstondig een ZHR van 300! De uitbarsting wordt waargenomen vanuit Japan. De aarde trok door een vers stofspoor dat zich voor de komeet uit bevond en wellicht de terugkeer van de komeet inluidde. Dit was ook precies het moment waarop ook in 1989 en 1990 een tweede piek in activiteit werd gevonden door analyses van de International Meteor Organisation. Dit voedde de speculatie van Brian Marsden dat de komeet 109P/Swift-Tuttle zijn perihelium zou hebben in november 1992.
Vanuit Nederland was helaas weinig te merken van deze piek, deze was alweer voorbij toen het donker was. De daaropvolgende nacht in Nederlands was deels helder en werden weer tientallen Perseïden simultaan gefotografeerd door het DMS Small Camera Network.

1992
De waarnemingen uit 1991 deden de meteorenwaarnemers uitkijken naar 11/12 augustus 1992. Een eventuele uitbarsting zou plaatsvinden rond 22 UT. Helaas waren de weersvoorspellingen slecht voor Nederland dermate slecht dat een groep DMS waarnemers besloot om een last minute actie te organiseren naar een heldere plek in Europa. Het was deze actie die het begrip ‘crash actie’ introduceerde: op het laatste moment een wanhopige poging doen om in helder weer te raken.
Op 11 augustus overdag vertrokken twee teams onder leiding van Peter Jenniskens naar respectievelijk een dorpje nabij Mühlhause in Duitsland en Blauen in Zwitserland om daar visuele en fotografische waarnemingen te verrichten. Echter, zij werden tijdens het opzetten van de waarneemspullen in de nog flinke schemering verrast door hoge Perseïden activiteit. Binnen enkele minuten werden een relatief hoog aantal heldere Perseïden gezien. Toen het eenmaal echt donker was, was de show helaas alweer voorbij. Ook inkomende  bewolking beëindigden de waarnemingen. De uitbarsting werd ook waargenomen vanuit Oost Europa en China, helaas bijgelicht door de bijna volle maan. Desondanks is men het er wel over eens dat de ZHR rond de 400 gelegen moet hebben.

De Japanse amateur astronoom Tsuruhiko Kiuchi ontdekte op 26 september 1992 een komeet van magnitude 11,5 in het sterrenbeeld Grote  Beer. Dit bleek dan de langverwachte terugkeer van de komeet 109P/Swift-Tuttle te zijn. De komeet had haar perihelium op 12 december 1992, maar vanwege de grote afstand tot de aarde bleef het een relatief zwak object.

1993
Na de fraaie uitbarstingen van 1991 en 1992 waren de verwachtingen nog hoger gespannen voor 1993. Met de gedachten aan het slechte weer in 1992 en de succesvolle meteoren expedities naar de Provence in 1984-1986 en 1990 (Geminiden) werd dit keer gekozen voor een grote actie op die locatie. Tussen 7 en 15 augustus waren daar vier grote posten actief met elk minimaal 15 camera’s. Op drie posten waren ook video systemen actief en elke post had een aantal visuele waarnemers.  Daarnaast bleven er twee grote posten actief in Nederland.  Dit was ook de eerste grote DMS expeditie naar het buitenland en diende als blauwdruk voor de komende Leoniden acties.
De nacht 11/12 was voor veel waarnemers spannend, dankzij voorspellingen voor de verwachte maximale ZHR oplopend tot 800! De eerste uren was het nog rustig maar vanaf 22:30 UT was er kortstondig verhoogde activiteit. Maar na een korte afname van activiteit was er vanaf 00:30 UT hoge activiteit waarbij de ZHR opliep naar ZHR 400 kort voor de schemering,  De actie was een groot succes met  200 simultaan opnamen van Perseïden en vele duizenden visuele meteoren.
Tussen 00:39 en 00:55 UT werd ook nog een gloed opgemerkt doe mogelijk toebehoort aan de dustcloud van de Perseïdenzwerm. Internationaal was er enige twijfel over, maar latere berekeningen van de  bekende komeetwaarnemer Peter Bus lieten zien dat door voorwaartse verstrooiing van zonlicht dit stof wel degelijk zichtbaar kon zijn voor het blote oog.

1994
Ook voor 1994 werd weer een uitbarsting van de Perseïden verwacht als gevolg van de passage van komeet 109P/Swift-Tuttle, echter op een moment dat de zon al op was in Europa. Astronoom Peter Jenniskens, inmiddels werkend vanuit de Verenigde Staten zag wel een korte uitbarsting waarbij de ZHR opliep naar 190.

1995
Tweede  grote publicatie  van Peter Jenniskens cs. op basis van onder andere DMS waarnemingen.

1996
Er waren weer kansen op extra activiteit van de Perseïden als gevolg van de komeet passage in 1992, nu wel zichtbaar vanuit Europa.  Dit maal geen actie in de Provence, maar in Nederland. Helaas slechte weersvoorspellingen en ook een hectische crashactie met twee grote teams naar het oosten mocht niet baten. Eén team bleef in Berlijn hangen, het andere team ging huiswaarts die vervolgens onderweg opklaringen inreden nabij Bad Nenndorf (D) en zodoende de uitbarsting konden waarnemen en fotograferen. De post in Bosschenhoofd kon profiteren van opklaringen in het centrum van de depressie en fotografeerde een aantal Perseïden simultaan met Bad Nenndorf (D).

1997
Een legendarische actie vanuit Nederland met 10 heldere nachten op rij. Dit jaar markeert ook de laatste uitbarsting van de Perseïden als gevolg van de perihelium passsage van 109P/Swift-Tuttle in 1992. Helaas was dit alleen zichtbaar in Amerika en niet vanuit Europa. Wel werd in de nacht 12/13 augustus 1997 een onverwachte verhoging in activiteit waargenomen.

1999
Publicatie van alle gefotografeerde meteoren in de periode 1980-1993, waaronder veel Perseïden.

  • H. Betlem, C.R. ter Kuile, M. de Lignie, J. van ‘t Leven, K. Jobse, K. Miskotte and P. Jenniskens.: Precision meteor orbits obtained by the Dutch Meteor Society Photographic Meteor Survey (1981 – 1993). , Astronomy & Astrophysics – Supplement series 128 179-185 (1999)

2002
Een grote analoge fotografische simultaan actie werd vanuit zuid Spanje georganiseerd. Een flink aantal Perseïden kon simultaan worden gefotografeerd.

2004 en 2005
Door verstoringen door Jupiter van het 1 omloops-stofspoor van komeet 109P/Swift-Tuttle uit 1862 werd in de avond van de 11e augustus 2004 rond 21 UT een uitbarsting verwacht van vooral zwakke meteoren. Visuele waarnemers in Zuid Duitsland en een aantal stations met video systemen voorzien van restlichtversterkers legden de korte uitbarsting met een maximale ZHR 200 vast. Het filament was ook actief na 22 UT met veel heldere meteoren, ZHR boven de 100.

Een tweede grote analoge fotografische actie vond plaats in 2004 vanuit zuid Spanje en leverde weer veel simultaanopnamen op.

Ook in 2005 werd vanuit zuid Frankrijk verhoogde activiteit van de Perseïden opgemerkt, waarschijnlijk een combinatie van de 1862 (1 rev) en 1479 (4 rev) stofsporen van komeet 109P/Swift-Tuttle.

2007
Een derde grote analoge fotografische actie vond plaats in 2004 vanuit zuid Spanje en leverde weer veel simultaanopnamen op.

2008
Een heldere 11/12 augustus 2008 in Nederland leverde in het tweede deel van de nacht onverwacht een flinke uitbarsting van de Perseïdenzwerm. Veel heldere meteoren waaronder een magnitude -9 exemplaar. De ZHR bereikte uiteindelijk 135. De oorzaak zou het 12 omlopen stofspoor uit 441 van komeet 109P/Swift-Tuttle kunnen zijn dat al meer verstoord was als zwerm modelleurs hadden gedacht. Ook vanuit Zuid Frankrijk waargenomen door een DMS-er die ook veel zwakke Perseïden meldde.

2009
Ondanks een flink storende maan een spectaculaire terugkeer van de Perseïden, maar liefst 3 flinke uitbarstingen (ZHR 150-200)  werden gezien door visuele waarnemers wereldwijd. Helaas was in Europa alleen het staartje van de 2e uitbarsting te zien. De eerste kortdurende uitbarsting werd veroorzaakt door stofsporen uit 1610 (3 omlopen) & 1737 (2 omlopen), De tweede brede piek werd veroorzaakt door een oud stofspoor uit 1348 (5 omlopen) en het filament. Deze piek was boven Azië en de nasleep was zichtbaar boven Europa tot 23 UT. De ZHR lag toen rond de 140 met relatief veel heldere Perseïden (oud stofspoor!).  De laatste uitbarsting werd veroorzaakt door een stofspoor uit 441 (12 omlopen). Deze uitbarsting vond op dezelfde plek (zonnelengte) plaats als in 2008 waardoor het voor dat jaar ook duidelijker was dat het om het stof uit 441 ging. De mogelijke oorzaak van de verstoringen zou Saturnus zijn die in 2006 het Perseïden stof beïnvloede.

2010
Enige indicatie in de visuele waarneemdata zichtbaar voor wat verhoogde activiteit van de Perseïden door verstoringen door Saturnus in 2006. Een vierde grote analoge fotografische actie vond plaats vanuit zuid Spanje.

2013
De laatste DMS analoge fotografische actie vond dat jaar plaats vanuit zuid Spanje. Daarbij werden ook op elke post een tweetal CAMS systemen ingezet. Ook vanuit zuid Frankrijk werd er weer een visuele waarneemactie opgezet, ook daar ondersteund door 2 x 2 CAMS systemen. Deze laatste zuid Franse posten leverden ruim 600 meteoren extra banen van meteoren op.

2015
De eerste DMS analyse op basis van wereldwijde data. Uit deze analyse komen twee extra hoge pieken tevoorschijn. Rond het jaarlijkse maximum dat in dit jaar boven Amerika plaatsvond werd extra activiteit opgemerkt (ZHR 140 i.p.v. 100). Niet bekend is welk stof dit mogelijk veroorzaakt heeft. Voor 2016 werden flinke uitbarstingen van de Perseïden voorspelt als gevolg van verstoringen van Jupiter, wellicht waren deze twee pieken de prelude van dit alles. Een piek die op 12 augustus rond 23 UT werd waargenomen was het optreden van het filament, oude stofsporen in de Perseïdenzwerm.

2016
Een fraaie terugkeer van de Perseïden, de mooiste sinds 1993. DMS-ers organiseren voornamelijk visuele expedities naar La Palma en zuid Frankrijk. Gedurende de nacht 11/12 augustus 2016 werden 5 uitbarstingen waargenomen. Zie figuur.  De schuine lijn stijgend van ZHR 60 naar 100 is de gemiddelde jaarlijkse activiteit van de Perseïden. De stofsporen vrijgekomen uit de perihelium passages uit 1862 (1 omloop geleden van komeet), 1479 (4 omlopen  geleden), 1078 (7 omlopen geleden) en 441 (12 omlopen geleden) zorgden voor hoge Perseïden activiteit. Vooral het 4 omlopen stofspoor uit 1479 zorgden voor hoge activiteit waarbij de ZHR opliep naar 330. De waarnemers van DMS die op dat moment in het Provencaalse dorpje Revest du Bion waarnemen telden toen tot 5 a 6 Perseïden per minuut gedurende 15 minuten! De oudere stofsporen zijn door gravitationele effecten door de zware planeten én de stralingsdruk van de zon ontdaan van de lichtste deeltjes, waardoor deze stofsporen relatief veel zware deeltjes hebben. Dit uit zich voor de meteoorwaarnemer op Aarde in veel heldere Perseïden. Inderdaad leverde de filament (verzameling oudere stofsporen) en de stofsporen uit 1078 en 441 veel heldere Perseïden op, waaronder zeer heldere vuurbollen. De ‘versere’ stofsporen uit 1862 en 1479 lieten meer zwakke Perseïden zien.

2018-2021
Op 12 augustus bij aanvang van de waarnemingen (20 uur UT)  viel het een groep DMS waarnemers op dat er ondanks de zeer lage radiantstand een flink aantal heldere Perseïden werd waargenomen. Deze korte verhoging van activiteit werd veroorzaakt door het filament.

Een nacht later (13/14 augustus 2018) werd o.a. door dezelfde groep DMS waarnemers een extra piek in Perseïdenactiviteit opgemerkt ruim na het jaarlijkse maximum. Deze piek was ook duidelijk zichtbaar in de waarneemdata van andere Europese waarnemers. De ZHR bereikte 85 in plaats van de normale ZHR van 50. Opvallende veel zwakke  Perseïden. Het jaar erop werd deze piek nogmaals waargenomen, maar alleen met radiowaarnemingen. Er zijn wel enkele waarnemingen die suggereren dat er hoge activiteit was maar die werden gehinderd door bewolking of rook van bosbranden. In 2019 weer een jaar met meerdere pieken in de nacht 13/14 augustus (ZHR 90) die vanaf het Amerikaanse continent werden waargenomen. Dit waren wel vaak heldere meteoren.  In 2021 was de verrassing compleet toen wederom vanaf het Amerikaanse continent een flinke piek van vooral zwakke Perseiden werd opgemerkt. De ZHR steeg kortstondig tot 190

All sky foto van de Perseïden uitbarsting 11/12 augustus 1991 vanuit Japan.

DMS waarnemer Marco Langbroek in actie in Zwitserland.
©  Romke Schievink.

Vier locaties in de Provence waar DMS waarnemers visueel, fotografisch en met video systemen de Perseiden uitbarsting van 11/12 augustus 1993 waarnamen.
R = Rognes; L = Lardiers; P = Puimichel; T = Tourves; B = Blieux; S = Salernes; C = Cabasse

Deze opname uit de nacht 11/12 augustus 1993 toont drie Perseïden. Het is één van de vele opnamen van honderden Perseïden die gefotografeerd werden deze nacht.
© Casper ter Kuile.

12 Augustus 1996 2h08m40s UT. -4 Perseïde in de Ram
© Hans Betlem

ZHR profiel van de Perseïden uitbarsting van 11/12 augustus 2004.

Compositie van Peter van Leuteren uit de nacht 12/13 augustus 2008 vanaf het terrein van de COSMOS Sterrenwacht in Lattrop.

ZHR profiel van de verhoogde Perseïden activiteit op 13 augustus 2008. 

Verhoogde Perseïden activiteit aan het begin van de nacht 12/13 augustus 2009.

Compositie opname van Peter van Leuteren genomen vanuit Revest du Bion, zuid Frankrijk met een Canon EOS 40D en een Canon EF f/2.8-15 mm lens.

ZHR profiel van de Perseïden uitbarsting van 12/13 augustus 2015 boven Amerika.
Normaal ligt de ZHR rond de 100.

13 augustus 2016 rond 02:20 UT: een compositie opname van meerdere Perseïden en een zeer heldere Perseïde vuurbol met een kleurrijk nalichtend spoor (inzet).
© Koen Miskotte

ZHR profiel van de Perseïden van 2016. Een spectaculaire waarneemnacht met maar liefst 5 pieken. De 1 en 4 revolutie pieken gaven meer zwakke Perseïden, de oudere revolutie pieken gaven vaak mooie heldere Perseïden.

In de periode 2018-2021 werden steeds rond zonslengte 141 graden uitbarstingen van de Perseïden waargenomen. Dit zijn uitbarstingen die 20-30 uur na het traditionele maximum plaatsvonden. De uitbarstingen uit 2018 (visueel) en 2019 (alleen via radio waarneemmethode) lijken qua hoogte en breedte mooi op elkaar. De grote uitbarsting van 2021 is qua breedte ook vergelijkbaar met die uit 2018/2019. Opvallend is ook de verschuiving in zonnelengte van 2018, 2019 en 2021, elke uitbarsting viel later in tijd. Het lijkt erop dat deze uitbarstingen steeds werden veroorzaakt door dezelfde structuur in de Perseïdenzwerm. Ook de gemiddelde helderheid van de meteoren van de pieken uit 2018 en 2021 was lager dan het jaarlijks gemiddelde.  De uitbarsting van 2020 wijkt duidelijk af ten opzichte van 2018, 2019 en 2021. Het is meer een hobbelige grafiek met meerdere pieken in activiteit. Elke volgende piek liet ook steeds meer heldere Perseïden zien.

Spectaculaire composietopname van de Perseïdenuitbarsting van 13/14 augustus 2021 gemaakt door de Canadese meteorenwaarnemer Pierre Martin vanuit Westmeath Lookout, Canada. De opname is ook APOD geworden:
APOD: 2021 September 24 – Perseid Outburst at Westmeath Lookout (nasa.gov)


Privacy Settings
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google