Vuurbol over België; géén meteorietval
De vuurbol van 7 mei 2024 over Noord België
Op dinsdagavond 7 mei 2024 om 20:48:58 trok een heldere vuurbol over noordelijk België. De vuurbol werd onder anderen waargenomen door Jaap van ‘t Leven, medewerker van de Volkssterrenwacht te Bussloo. Hij schatte de helderheid van de vuurbol op -5 á -6. De kleur was rood-oranje maar dat kan ook veroorzaakt zijn geweest door de geringe hoogte boven de horizon en de op dat moment heiige atmosfeer.
De vuurbol begon op te lichten op een hoogte van 71,4 km op ongeveer 10 km ten oosten van Antwerpen en doofde uit op een hoogte van 35,0 km net boven de Belgisch-Nederlandse grens op 15 km ten WZW van Weert in Noord Limburg. In ruim 7 seconden werd een traject van 72 km door de atmosfeer afgelegd.
Het object kwam de atmosfeer binnen met een snelheid van 13,21 km/s en vertraagde naar het einde toe tot een snelheid van minder dan 6 km/s.
Vóór de ontmoeting met de aarde bewoog het object in een elliptische baan met een halve lange as van 1,82 AU en een omloopstijd van 2,45 jaar.
De vuurbol werd vastgelegd door vier stations van het Europees Netwerk (EN) te Winterswijk-Woold, Engelmanshoven, Hoegaarden en Bussloo.
Er zijn, in tegenstelling tot berichten hierover, beslist géén fragmenten op aarde neergekomen. De vuurbol was daarvoor véél te zwak met een helderheid van slechts -7,87 fotografisch. Daarbij was ook de eindhoogte van 35 km veel te hoog om een dropping van meteorietfragmenten mogelijk te maken.
Het grondtraject van de vuurbol van 7 mei 2024, geprojecteerd op het aardoppervlak. De baan maakte een hoek van 29 graden met het aardoppervlak.
Kaartje: Google Earth.
Trajectgegevens en baanelementen van de vuurbol van 7 mei 2024 20:48:58 UT.
Metingen en berekeningen: Dutch Meteor Society
De vuurbol van 7 mei 2024 om 20:48:58, gefotografeerd vanuit Engelmanshoven (B). Foto: Jean Marie Biets.
Dezelfde vuurbol, vastgelegd door Joost Verheijden vanuit Hoegaarden, België.
Vanuit Bussloo gezien verscheen de vuurbol laag in het zuidwesten aan een heiige horizon. Foto: Jaap van ‘t Leven – Volkssterrenwacht Bussloo.
Ook mistige condities te Winterswijk-Woold in deze opname.
Foto: Hans Betlem
De Noordzee vuurbol van 29 april 2024
Gehele traject boven de Noordzee
Op 29 april 2024 om 2:21:30 UT verscheen een heldere vuurbol die vooral vanuit de kustprovincies in Nederland goed te zien was.
Het gehele traject van de vuurbol lag boven de Noordzee.
De vuurbol werd gefotografeerd door zeven stations van het Europees Netwerk (EN): EN901 Humain, EN902 Engelmanshoven, EN903 Terschelling, EN905 Benningbroek, EN907 Oostkapelle, EN908 Ermelo en EN909 Twisk. Hij begon op te lichten op een hoogte van 84,2 km en doofde uit op een hoogte van 46,4 km, zo’n 100 km ten westen van de Koog (Texel). De maximale helderheid (absolute fotometrische magnitude) was -7,45 en werd bereikt op een hoogte van 53 km.
De standaarddeviatie van de meetpunten van alle stations langs het traject bedroeg ongeveer 20 meter; een atmosferische positie kan dus met deze nauwkeurigheid bepaald worden op een afstand van enkele honderden kilometers!
Het traject van de vuurbol van 29 april 2024 boven de Noordzee.
De stations die de vuurbol hebben vastgelegd zijn met groen aangegeven. Berekeningen: Dutch Meteor Society.
Baan- en trajectgegevens van de vuurbol van 29 april 2024.
Lyriden 2024. CAMS succesvol
527 Lyridenbanen vastgelegd
Na een lange periode met bewolkt weer konden de CAMS systemen honderden Lyriden vastleggen, toen zich brede opklaringen voordeden tijdens de nachten van maximale Lyridenactiviteit.
In de nacht van 21 op 22 april 2024 waren 119 camera’s actief (gegevens per 23-4-2024) en deze legden 2113 meteoren vast.
Hieruit konden 113 Lyridenbanen worden berekend.
In de nacht van 22 op 23 april 2024 waren 80 camera’s actief (gegevens per 23-4-2024) en deze legden 1195 meteoren vast. Hieruit konden 195 Lyridenbanen worden berekend.
Aks gebruikelijk werd in de pers weer breed uitgemeten over de ‘sterrenregen’ en werden wel 20 vallende sterren per uur beloofd.
Helaas is dat aantal alleen haalbaar op een donkere plaats zonder storende verlichting, zonder maanlicht en bij een kraakheldere hemel.
Onder de condities uit de nachten 21 tot 23 april 2024 met veel sluierbewolking en een vrijwel volle maan zou een visuele waarnemer maximaal zo’n 3 tot 5 Lyriden per uur gezien hebben.
Het all-sky netwerk legde één Lyride vuurbol simultaan vast tussen de posten EN910 Ieper en EN908 Ermelo op 22 april om 2h35m55s UT.
Bussloo, 20 April 2024
Dutch Meteor Society vierde 45 jarig bestaan
Op zaterdag 20 april 2024 kwamen de actieve waarnemers en camera operators alsmede een aantal geïnteresseerden in meteoren bijeen in een feestelijke bijeenkomst op de Volkssterrenwacht in Bussloo.
Er stond een zestal interessante lezingen op het programma en er werd stilgestaan bij alles wat de DMS in de afgelopen 45 jaar gedaan en bereikt heeft.
Ook werden vele (technische) wetenswaardigheden uitgewisseld en werden de nieuwste ontwikkelingen rond het CAMS netwerk en het All-Sky netwerk besproken.
Koen Miskotte besprak de stand van zaken net betrekking tot de analyses van de activiteit van de Geminidenzwerm, een onderzoek dat nog wel enige tijd zal vergen. Hierin worden waarnemingen van DMS alsmede buitenlands materiaal verwerkt.
Carl Johannink gaf een update van de stand van zaken rond het CAMS netwerk. Het aantal camera’s in het netwerk is de afgelopen jaren flink gegroeid en derhalve ook het aantal vastgelegde meteoorbanen. Ook de technische perikelen m.b.t. het invoegen van RMS camera’s in het netwerk werden besproken.
Jaap van ‘t Leven praatte ons bij met nieuws uit de wereld van de kometen. Hij schotelde een mooi palet aan verschijningen van relatief heldere meteoren in de tweede helft van 2024 voor.
Marc de Lignie bracht een zeer technisch betoog over de in ontwikkeling zijnde GPS gestuurde LCD shutter voor all-sky camera’s. Hiermee kunnen de shutterbreaks van real time informatie worden voorzien zodat ijking aan de in gebruik zijnde high-speed fotometer mogelijk wordt. In een testopstelling werd het een en ander verduidelijkt.
Felix Bettonvil verhaalde uitvoerig over de bevindingen rondom de val van de Ribbeck meteoriet. Als deelnemer aan de zoektochten kon hij uitvoerig verhalen vanuit het veld. Ook presenteerde hij een fraai overzicht van het tot dusver lopende onderzoek aan de val.
Als laatste spreker gaf Romke Schievink een uiteenzetting over de opbouw van een observatorium annex woonhuis in een door hem gekochte watermolen in het Duitse Bruchmuhle. Hier staan inbmiddels CAMS camera’s opgesteld en een all-sky camera als onderdeel van het EN zal later dit jaar volgen.
Een feestelijke bijeenkomst bevat uiteraard feestelijke momenten. Meesterbakker Koen Miskotte zorgde voor de zoetigheid in de middag en middels een champagnetoast werd geproost op de voorbije maar vooral de komende jaren.
Duidelijk is, dat DMS bruist van de activiteiten, met gemak een middag kan vullen met eigen activiteiten en resultaten en met vol optimisme op weg kan gaan naar het halve-eeuw feest.
De Noordzee vuurbol van 10 april 2024
Vanuit vijf EN stations vastgelegd
Op 10 april 2024 om 19:57:04 UT (21:57:04 zomertijd) verscheen een heldere vuurbol boven de Randstad. Door het vroege uur op de avond werd deze vuurbol door velen gezien.
De vuurbol begon op te lichten boven Delft op een hoogte van 80,1 km en doofde ruim 5 seconden later boven de Noordzee uit op een hoogte van 32,7 km.
Zelfs als het eindpunt boven land had gelegen, zouden er geen meteorieten zijn neergekomen. De meteoroïde drong daarvoor niet diep genoeg in de dampkring door en de vuurbol was met een absolute helderheid van magnitude -8,68 te lichtzwak.
In grote delen van het land was het bewolkt. De meeste stations van het Europees Netwerk meldden bewolking maar toch kon de vuurbol vanuit vijf stations worden vastgelegd: EN89 te Herford (Duitsland), EN900 te Winterswijk-Woold, EN901 te Humain (België) EN905 te Benningbroek en EN909 te Twisk.
Overzichtskaart met alle actieve stations van het Europees Netwerk in West Europa. De met groen gemarkeerde posten legden de vuurbol van 10 april 2024 vast.
De witte pijl geeft de grondprojectie van het traject in de dampkring weer. In één oogopslag is te zien, dat er niets op land kan zijn neergekomen.
Gegevens van traject en heliocentrische baan van vuurbol EN20240410.
Berekeningen: Dutch Meteor Society.
De vuurbol van 10 april 2024 19:57:04, gefotografeerd vanuit Twisk. Station EN909, Marco Verstraten.
Ook vanuit Benningbroek zat veel bewolking en goed zicht op de vuurbol in de weg. Desondanks deze fraaie opname van station EN905 door Jos Nijland.
Een onbewolkte hemel in Winterswijk/Woold, station EN900, maar hier zaten bomen in de weg. Rechts naast de vuurbol is de high/speed fotometer van de Tsjechische Academie van Wetenschappen zichtbaar. Foto Hans Betlem
Zeer laag aan de horizon, gezien vanuit het Duitse Herford, station EN89. Foto: Jörg Strunk.
Bewolking en heiigheid. Vanuit station EN901 te Humain in de Belgische Ardennen was de vuurbol laag aan de noordelijke horizon te zien. Foto: Jean-Marie Biets.
Radiant 2024-1
Radiant 2024-1 is uit en kan gedownload worden van de
DMS ftp-site.
In dit nummer ondermeer:
• DMS 45 jaar!
• De impact van planetoïde 2024-BX1
• Op meteorietenjacht in Duitsland
20 april 2024: Bijeenkomst Dutch Meteor Society te Bussloo
Dutch Meteor Society 45 jaar!
Op 19 april 1979 startte de Dutch Meteor Society uit een initiatief van ondergetekende en Rudolf Veltman, die helaas niet meer onder ons is.
We zijn inmiddels 45 jaar verder. Vele tientallen publicaties in professionele bladen, waardevolle wetenschappelijke resultaten en tientallen expedities zijn het resultaat van dit initiatief.
In de terugblik zien we grootste fotografische simultaancampagnes in de jaren 80 en 90, een tiental Leonidenexpedities naar alle uithoeken van de wereld, de ontwikkeling van een professioneel all-sky netwerk in een samenwerkingsverband met de Tsjechische academie van wetenschappen, professionele datareductie en honderden visuele campagnes, resulterend in een tweetal kloeke standaardwerken van Peter Jenniskens.
Ons blad Radiant begint aan de 46e jaargang.
De rode draad door dit alles: plezier in alle facetten van het meteorenwerk: van solderen tot waarnemen, van datareductie tot softwareontwikkeling.
Onze actieve club heeft op vele fronten een wereldreputatie opgebouwd.
45 jaar DMS. Dat is een feestje waard!
Op zaterdag 20 april 2024 organiseren we een jubileumbijeenkomst met een feestelijk tintje.
Ons eigen werk zal centraal staan. Er zijn al voldoende toezeggingen met interessante bijdragen om een compleet programma te vullen. Eigen werk: visueel, video, all-sky, techniek: alles komt aan bod.
De bijeenkomst vindt plaats op de Volkssterrenwacht Bussloo, Busslooselaan 2 te Bussloo, gemeente Voorst.
De sterrenwacht is open vanaf 11 uur.
Programma
Carl Johannink praat ons bij over het CAMS project. Recente ontwikkelingen, resultaten en toekomstige ontwikkelingen.
Marc de Lignie heeft een lang gekoesterde wens voor het all-sky netwerk ontwikkeld: een gps gestuurde LCD shutter met seconden timing. Hij zal ons bijpraten over de eerste bevindingen.
Hans Betlem zal uitleggen waarom deze nieuwe hardware voor onze all-sky toestellen zo belangrijk is in combinatie met de Tsjechische high-speed fotometer in Woold.
Klaas Jobse zal ons bijpraten over de ontwikkelingen rond het Cyclops observatorium.
Romke Schievink praat ons bij over project Bruchmühle in Duitsland: een watermolen wordt verbouwd tot sterrenwacht en meteorenobservatorium.
Felix Bettonvil ging mee op meteorietenjacht in Duitsland en vond een fragment van de zeldzame aubriet. Indien al beschikbaar zal hij ons bijpraten over de eerste onderzoeksresultaten.
Verschillende andere presentaties zijn nog in de planning. Tussen de bedrijven door laten we zien hoe all-sky opnamen worden uitgemeten en doorberekend.
De inwendige mens
Voor de lunch zullen soep en broodjes voor een schappelijke prijs beschikbaar zijn op de sterrenwacht. Ergens in de middag zal er een feestelijk moment zijn om te proosten op 45 jaar meteorenwerk. Voor het gezamenlijk diner (eigen rekening) hebben we al vast gereserveerd bij Chinees Restaurant Dynasty in Twello, op zeer korte afstand van VSB.
Voor de catering zouden we het fijn vinden om een indicatie te hebben van de hoeveelheid deelnemers.
Ook geïnteresseerden van buiten de actieve DMS kern zijn welkom.
Daarom het verzoek om via een mailtje even kenbaar te maken of je komt, met hoeveel personen en of je er bij bent wilt zijn bij de avondmaaltijd.
Uw berichtje naar het e-mail adres van het secretariaat van de Dutch Meteor Society, dat gegeven is onder aan de homepage van deze site.
Nieuwe gezichten zijn altijd welkom!
Tot op 20 april in Bussloo!
De Medemblik vuurbol van 27 februari 2024
Geen restanten neergekomen
Op 27 februari 2024 om 23:58:22 UT verscheen een zeer heldere vuurbol 5 kilometer ten zuiden van Hoorn en bewoog in noordoostelijke richting.
De vuurbol legde een 52,53 km lang lichtgevend traject af in 3,25 seconden tijd en doofde uit enkele kilometers ten zuiden van Anjum, gelegen in de gemeente Medemblik.
Vijf camera’s van het Europees Netwerk legden de vuurbol vast. De meeste stations zaten die avond verscholen achter een dik wolkendek en/of mistige condities.
De vuurbol begon op te lichten op een hoogte van 82,90 kilometer en doofde uit op 27,38 km hoogte. Hij bereikte zijn grootste helderheid van magnitude -12,22 op een hoogte van 52,3 km.
Voor de opnamen tekenden de stations EN89 (Herford, Duitsland), EN902 (Engelmanshoven, België), EN903 (Terschelling), EN905 Benningbroek en EN907 Oostkapelle.
Voor de camera in Benningbroek was de afstand tot de vuurbol het kortst: slechts 30,2 km hetgeen dan ook resulteerde in een bijzonder spectaculaire opname.
De opname vanuit Terschelling toont de vuurbol dwars door een dik wolkendek: er is verder geen ster te zien op deze opname!
De radiant van deze vuurbol lag in het sterrenbeeld kleine Leeuw nabij de grens LMi-Lyn.
Door zijn geringe snelheid van slechts 19 km/s moet deze vuurbol voor wie op dat moment buiten was een spectaculaire verschijning zijn geweest.
Gezien de diepe penetratie in de atmosfeer en de lage eindsnelheid van slechts 5,6 km/s zouden eventuele meteorietfragmenten verwacht kunnen worden. Echter, de vuurbol was hiervoor niet helder genoeg. De eindmassa op 27,4 km hoogte bedroeg ongeveer 39 gram. Mogelijk hebben wat splinters het aardoppervlak bereikt. Maar het is niet de moeite waard daarvoor een gerichte zoekactie op te zetten.
De in groen aangegeven stations legden de vuurbol EN20240227 vast.
Het grondtraject van de vuurbol, van Hoorn naar Medemblik, afgelegd in 3,25 seconden. Dat is een stuk sneller dan met de gelijknamige stoomtreinverbinding.
Illustratie: Czech Academy of Sciences, Pavel Spurný
Baan-, traject en dynamische gegevens van vuurbol EN20240227. De gemiddelde positienauwkeurigheid bepaald uit 4 posten bedraagt ca. 50 meter.
Uitmeten: Dutch Meteor Society; berekeningen Czech Academy of Sciences, Pavel Spurný.
De vuurbol van 27 februari 2024 23:58:22 UT gefotografeerd vanuit Benningbroek. De afstaand was hier slechts ruim 30 km. Foto: Jos Nijland.
De vuurbol gefotografeerd vanuit Oostkapelle. Foto: Klaas Jobse
Vanuit het Vlaamse Engelmanshoven verscheen de vuurbol zeer laag in het noorden in een mistige atmosfeer. Foto: Jean-Marie Biets.
Op zeer grote afstand, vanuit het Duitse Herford, werd de vuurbol laag aan de westelijke horizon vastgelegd. Foto: Jörg Strunk.
Van wie is die meteoriet?
Waarschijnlijk eigendom van de (deel)staat
Onlangs kwam een asteroïde de atmosfeer binnen boven Brandenburg en onderzoekers hebben de eerste vondsten van de fragmenten gemeld.
Vele anderen zijn op zoek naar meer meteorieten. Is de zoektocht ook de moeite waard voor hobby-goudzoekers of mag de staat alles houden?
Elk jaar vallen er ongeveer 19.000 meteorieten van meer dan 100 gram op aarde. Omdat deze echter meestal boven de zee of Antarctica vallen, zijn er tot nu toe slechts ongeveer 22.000 meteorieten gevonden en gecatalogiseerd. De vinders zijn voornamelijk verzamelaars. Mogen ze de meteorieten houden? Wiens eigendom zijn ze?
Meteorieten zijn, in de ware zin van het woord, afval – ruimteafval. Zolang ze nog door de ruimte bewegen, worden ze meteoroïden genoemd. Dit zijn vaste lichamen die zich in de ruimte bevinden en kleiner zijn dan een planeet. Hun diameter varieert aanzienlijk, van 0,1 millimeter tot enkele kilometers. Grote meteoroïden worden asteroïden genoemd.
De meteoroïde wordt een meteoriet wanneer deze op aarde valt. Als het daarentegen opbrandt in de atmosfeer van de aarde, kan het op aarde worden gezien als een vallende ster. Zoiets te zien is een kortstondig genot van zuiver sentimentele waarde. Iedereen die de vallende ster ziet, geniet er met gloeiende ogen van. Vreugde is niet exclusief: het behoort niet meer toe aan de ene waarnemer dan aan de andere. De meteoriet is heel anders: het stukje ruimte dat uit de lucht is gevallen, is tastbaar – maar alleen voor de eigenaar ervan. De eigenaar heeft er recht op. Maar wie is dat?
Ruimteverdrag geeft geen uitsluitsel
In feite is hier een reeks regels voor: het “Verdrag inzake de beginselen die de activiteiten van staten bij de verkenning en het gebruik van de ruimte, met inbegrip van de maan en andere hemellichamen“.
Dit Ruimteverdrag trad in 1967 in werking, tot op heden hebben meer dan 110 staten het geratificeerd en is het internationaal gewoonterecht geworden.
Het Ruimteverdrag is niet beperkt tot het regelen aan welk land ruimtevaartuigen zijn toegewezen of wie aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door ruimtemissies op aarde. Het internationale verdrag is ook bedoeld om te voorkomen dat massavernietigingswapens of kernwapens in de ruimte worden gestationeerd en dat een staat zich een hemellichaam toe-eigent. Daartoe bepaalt artikel II het volgende:
“De kosmische ruimte, met inbegrip van de maan en andere hemellichamen, is niet onderworpen aan nationale toe-eigening door aanspraak op soevereiniteit, door gebruik of bezetting of op enige andere wijze.”
Nu is het zeer controversieel in internationaal en luchtruimrechtelijk onderzoek waar het luchtruim en dus het grondgebied van de staat eronder eindigt en de ruimte begint. Voor het bezit van meteorieten maakt dit echter niet uit, ze bevinden zich onbetwistbaar niet meer in de ruimte, maar liggen of op de aarde of de oceaanbodem.
Of de eerste vinder, de betreffende staat of een andere staat eigendom verwerft, wordt niet beantwoord door artikel II van het Ruimteverdrag of de andere daarin opgenomen bepalingen. Er is ook geen ander internationaal verdrag dat dit bepaalt. De beoordeling van het eigendom van een meteoriet is dus onderworpen aan het recht van de staat op wiens grondgebied de meteoriet is neergekomen. Wie de eigenaar is van de fragmenten die op Brandenburgse weiden en velden zijn gevallen, wordt daarom geregeld door de Duitse wet.
Wie vindt, mag houden – of niet?
958 lid 1 van het Duitse Burgerlijk Wetboek (BGB), dat de toe-eigening, dat wil zeggen de verwerving van eigendom van onroerende goederen, regelt, ligt voor de hand. Dienovereenkomstig wordt de persoon die het eerst “bezit neemt” van het ding de eigenaar. Een ding wordt achtergelaten als het geen eigenaar heeft. Dit geldt bijvoorbeeld voor wilde dieren of het zout in zeewater. Maar zelfs meteorieten zijn niemands eigendom als ze uit de lucht vallen, en hebben daarom geen eigenaar. Dus wordt de eerste gelukkige vinder de eigenaar?
Zoals altijd hangt het ervan af: als het rotsblok landt op een stuk grond dat geen eigenaar heeft, zou de vinder de eigenaar worden volgens de civielrechtelijke voorschriften volgens § 958 (1) BGB. Er doet zich echter een probleem voor wanneer de meteoriet neerkomt in een deelstaat die een strikte “schatzregal” heeft ingevoerd, of wanneer het neerkomt op privéterrein waarvan de eigenaar niet de vinder van de meteoriet is.
Indien in het tweede geval § 958 lid 1 BGB zou worden toegepast, zou de eigenaar van het onroerend goed met lege handen achterblijven. Want om iets ‘in bezit te nemen‘, is een concrete wil om te bezitten vereist. Dit veronderstelt op zijn minst het besef dat het ding überhaupt bestaat. Dit ontbreekt regelmatig bij de eigenaar in de beschreven situatie.
Moet de vinder van een ding het mogen houden, zelfs als het verborgen was op of in iets dat van iemand anders is? Is het eerlijk dat de eigenaar van het terrein met lege handen achterblijft?
In zijn arrest van 6 juli 2007 (zaak nr. 8 O 1758/06) heeft de regionale rechtbank van Augsburg (LG) een dergelijke zaak behandeld. Hier was een meteoroïde op een hoogte van 22 kilometer in verschillende stukken uiteengespat, waarvan er één een Oostenrijks pand raakte.
Mijn schat, jouw schat of onze schat?
Een Duitse natuurkundige/bergbeklimster, die had gehoord over de inslag van de meteoriet, was in staat om de locatie van de inslag te bepalen en vond de meteoriet van 2,8 kilogram op privéterrein.
Aanvankelijk toonde het Natuurhistorisch Museum in Wenen interesse in het fragment en bood de vinder er 300.000 euro voor, maar de natuurkundige weigerde. Uiteindelijk wilde de eigenaar van het pand de meteoriet zelf houden en klaagde de vinder aan voor restitutie. Voordat de LG in de toe-eigening ging, onderzocht het of de eigenaar van het pand de mede-eigenaar was geworden van de meteoriet volgens de regels van de zogenaamde schatvondst.
Aangezien de plaats waar de meteoriet werd gevonden in Oostenrijk lag, moest de LG de zaak oplossen in overeenstemming met de Oostenrijkse wet. In het Oostenrijks Algemeen Burgerlijk Wetboek (ABGB) is de schatkamer geregeld in §§ 398 en 399. Deze normen komen in wezen overeen met § 984 van het Duitse Burgerlijk Wetboek, zodat het arrest van de LG Augsburg ook relevant is voor de zaak Brandenburg. § 984 van het Duitse Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de “ontdekker” van een verborgen voorwerp en de eigenaar van de vindplaats het eigendom van de “schat” delen.
Deze voorschriften gaan terug tot de Romeinse keizer Hadrianus (67-138), die waarschijnlijk in die tijd al een hart had voor landeigenaren en daarom de instelling van de “Hadrianische Divisie” afdwong. In het geval van een schatvondst hadden zowel de eigenaar van het land als de vinder elk de helft van het mede-eigendom van de schat in handen.
Zowel §§ 398 e.v. ABGB als § 984 BGB veronderstellen dat de schat zo lang verborgen is geweest dat de vorige eigenaar niet meer kan worden achterhaald. Meteorieten hebben echter nooit een eigenaar gehad – ongeacht of ze in Oostenrijk, Brandenburg of elders vallen. Volgens de bewoordingen ervan zijn de regels inzake de schatvondst dus strikt genomen niet van toepassing. In dat geval zou de bepaling van § 958 lid 1 BGB blijven bestaan, volgens welke de eerste vinder het fragment mag houden. De heersende mening in de literatuur en de LG zien het echter anders.
Arrondissementsrechtbank Augsburg laat eigenaren van onroerend goed met lege handen achter
Bij de uitleg van de bepalingen inzake de schatvondst heeft de LG geoordeeld dat de enge formulering van de bepaling niet in acht moet worden genomen. Ter bescherming van de belangen van de eigenaar van de grond moeten zij veeleer naar analogie worden toegepast op waardevolle voorwerpen die nooit een eigenaar hebben gehad.
De rechtbank stond vervolgens echter toe dat de aankoop van de eigenaar van het onroerend goed mislukte omdat de meteoriet niet “lang verborgen” was voordat deze werd gevonden. Dit is alleen het geval met een schat als deze zich heeft bevonden “in een situatie waarin [het] niet gemakkelijk persoonlijk waarneembaar is“. In het geval van de LG was de “roestbruine” meteoriet geland in “een puinhelling van witte kalksteen”, dus hij was duidelijk zichtbaar. De meteoriet bleef ook niet “lang” onontdekt: de Oostenrijkse meteoriet werd 15 maanden na zijn val gevonden, terwijl jurisprudentie en wetenschap regelmatig uitgaan van meerdere jaren om de schat als “lange tijd verborgen” te beschouwen.
En dus besloot de LG dat de eigenaar van het pand geen (mede-)eigenaar van de meteoriet werd. Gelukkig voor de Duitse natuurkundige, die de steen mocht houden. Dit veranderde niet in hoger beroep: voor het Oberlandesgericht van München (zaak nr. 30 U 474/07) waren de partijen het erover eens dat de eigenaar van het onroerend goed niet langer aanspraak maakt op het eigendom van de meteoriet en dat de vinder de gerechtskosten en 25.000 euro aan de eigenaar van het onroerend goed betaalt.
Keizer Hadrianus zou zeker blij zijn geweest dat de LG de principes van de “Hadrianische verdeling” in de vorm van een analoge toepassing van § 984 BGB in overweging nam. Met de val van het Romeinse Rijk raakte ook het naar hem vernoemde instituut in de vergetelheid. Deze omstandigheid heeft vandaag de dag nog steeds invloed op de Duitse juridische situatie en kan ervoor zorgen dat noch de vinder, noch de eigenaar van het onroerend goed, maar de deelstaat waarin de meteoriet is gevallen, eigenaar wordt. Verantwoordelijk hiervoor zijn de regels van de “schatzregal”.
Invloed van de schatzregal die vandaag de dag nog steeds geldig is
De term “regal” komt van de Latijnse term iura regalia, d.w.z. het recht van de koning om te regeren. De eerste vermeldingen van de schatzregal zijn te vinden in de Saksenspiegel, een verzameling van de toen geldende wet gemaakt tussen 1220 en 1235. Het had de volgende inhoud: “Alle schatten die dieper onder de aarde begraven liggen dan een ploeg gaat, behoren tot de koninklijke macht.”
Zelfs de Duitse staten, die ten tijde van de totstandkoming van het Burgerlijk Wetboek geen koning meer hadden, gaven de voorkeur aan deze regeling boven de Hadrianus-indeling en zorgden ervoor dat de prioriteit van de regalia werd vastgelegd in artikel 73 van de Invoeringsakte van het Burgerlijk Wetboek. Dienovereenkomstig heeft elke deelstaat de mogelijkheid om een ‘regal’ in te voeren die voorrang heeft op de civielrechtelijke voorschriften.
In Brandenburg wordt de schatzregal weergegeven in § 12 van de wet op de monumentenbescherming (BbgDSchG). Volgens dit wordt het land eigenaar van het object als het geen eigenaar heeft en “van waarde is voor wetenschappelijk onderzoek”. De vinder moet “een passende beloning in geld krijgen“. Of een bepaalde meteoriet een bijzondere wetenschappelijke waarde heeft, hangt af van het individuele geval en de aard ervan. Verzamelaars hebben al de eerste foto’s gepubliceerd van de meteorieten die in Brandenburg zijn gevallen. Volgens een rapport van de Tagesschau op vrijdag zei meteorietonderzoeker Ansgar Greshake dat het een “speciale vondst” was. De meteorietfragmenten behoren tot de groep van Aubrieten “zeer zeldzaam” zijn.
Als dit wordt bevestigd, zou er wetenschappelijke interesse in de meteoriet moeten zijn en zou de deelstaat Brandenburg volgens § 12 BbgDSchG eigenaar worden.
Wie de komende weken op Brandenburgse velden en weiden fragmenten vindt die er vreemd uitzien, kan ze maar beter niet rechtstreeks op internet te koop aanbieden, maar de vondst melden bij de verantwoordelijke monumentenbeschermingsautoriteit om zich niet schuldig te maken aan een administratieve overtreding.
Philipp Feth, LL.M. (Exeter), werkt als advocaat op het gebied van ruimterecht en strafrecht. Hij promoveerde op ruimtevaartmijnbouw aan het Keulse Instituut voor Luchtrecht, Ruimterecht en Cyberrecht.
Bron: Legal Tribune Online
www.lto.de
Het originele Duitstalige artikel kan hier worden gelezen.
